Zoals al eerder aangekondigd zal Harry Mulisch op donderdag 23 november uit handen van koning Albert II de Prijs der Nederlandse Letteren krijgen, die hem door de Nederlandse Taalunie is toegekend.
Bijgesloten treft u de toespraak aan van staatssecretaris A. Nuis. Het dankwoord van Harry Mulisch wordt gepubliceerd in het boekje Bij gelegenheid, een bundeling van verschillende essays van hem, dat samen met de Taalunie wordt uitgegeven door uitgeverij De Bezige Bij. Het juryrapport is in een los katern bijgevoegd. Exemplaren hiervan zijn in de boekhandel te verkrijgen.
De Prijs der Nederlandse Letteren wordt om de driejaar toegekend aan auteurs van belangrijke Nederlandstalige werken. De prijs bestaat sinds 1956 en is sinds 1986 ondergebracht bij de Taalunie. Eerdere laureaten waren onder meer: Adriaan Roland Holst, Simon Vestdijk, W.F. Hermans, Lucebert, Herman Teirlinck, Stijn Streuvels, Marnix Gijsen, Hugo Claus en Gerrit Kouwenaar. In 1992 werd de eerste vrouwelijke auteur bekroond: Christine D’haen. De prijs, waaraan een geldbedrag is verbonden van 32.000 gulden, wordt beurtelings uitgereikt door het staatshoofd van Belgi en dat van Nederland.De jury was unaniem in haar oordeel over het werk van Mulisch. Zij noemt zijnschrijverschap uniek door veelzijdigheid, samenhang, thematiek enverbeeldingskracht. Het oordeel geldt zowel zijn romans als zijn gedichten,toneelstukken en politieke geschriften.
De jury van de Prijs der Nederlandse Letteren 1995 bestond uit E.H. Kossmann (voorzitter), H. Bousset, H. de Coninck, M. Van Paemel, M. Mathijsen en A. Korteweg.De uitreiking heeft plaats op het Koninklijk Paleis in Brussel om 11.00 uur.