Hugo Claus is voorgedragen als laureaat van de driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren 1986. De voordracht is opgemaakt door een jury, die werd ingesteld door het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. De jury bestaat uit Dr. L. Simons, voorzitter, en Drs. T. van Deel, Prof. K. Fens, mevrouw Dr. A.M. Musschoot, Prof. Dr. A.L. Sötemann, Prof. Dr. P. de Wispelaere, leden.
De prijs werd in 1956 ingesteld en ressorteert met ingang van 1986 onder de Nederlandse Taalunie. De prijs is bedoeld ter onderscheiding van een Belgische of Nederlandse auteur van oorspronkelijk in het Nederlands geschreven letterkundige werken. De prijs kan worden toegekend voor het hele oeuvre van de auteur of voor een geschreven werk, behorende tot een van de genres: poëzie, verhalend proza en beschouwend proza.
In haar schriftelijk advies heeft de jury laten gelden dat Hugo Claus in een carrière van 40 jaar een veelheid aan genres heeft beoefend die hem zowel in het proza als in de poëzie en het toneel stempelen tot een auteur van allereerste rang. In alle genoemde genres heeft hij baanbrekend en vormvernieuwend werk voortgebracht, dat ook in het buitenland meer en meer wordt gewaardeerd als een geheel eigen bijdrage van de Nederlandse letteren aan de Europese literatuur. Op grond van de verbluffende veelzijdigheid en de volgehouden literaire kwaliteit van zijn oeuvre is Hugo Claus naar het eenparige oordeel van de jury de auteur aan wie op dit ogenblik de belangrijkste literaire prijs van het gehele Nederlandse taalgebied behoort te worden toegekend.
Hugo Claus is sinds de instelling van de Prijs in 1956 de elfde laureaat. De eerdere laureaten waren Herman Teirlinck (1956), Adriaan Roland Holst (1959), Stijn Streuvels (1962), Jacques Bloem (1965), Gerard Walschap (1968), Simon Vestdijk (1971), Marnix Gijsen (1974), Willem Frederik Hermans (1977), Maurice Gilliams (1980) en Lucebert (1983).
De prijs, waaraan een bedrag is verbonden van fl 18.000,- , zal aan het eind van dit jaar worden uitgereikt.