Juryrapport

2001
Gerard Reve

Uitreiking

Het is weinig Nederlandse auteurs gegeven zinsneden uit hun werk in het dagelijks taalgebruik opgenomen te zien. ‘Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven’ is er eenvan. ‘Het is maar kunst, moet u maar denken’, ‘Er komtweer geen normaal mens in voor’, ‘Penetratie van eenzinloos feit’, en ‘Geheime opening’ zijn andere. Reve is deelvan de Nederlandse taal geworden.

Leden van de jury:

  • Kees Fens (voorzitter)
  • Jos Borr
  • Gillis Dorleijn
  • Geert van Istendael
  • Nelleke Noordervliet
  • Bert Vanheste 

‘De tous les écrivains néerlandais, Gerard Reve est certes celui qui offre au prodigieux et inpuisable thme de la maitrise littraire les plus admirables ressources.’ Met deze woorden zou de redacteur van Het Wereldtijdschrift ongetwijfeld over het meesterschap van Gerard Reve hebben geschreven: voor hem was alles wat moest worden aangeprezen verwisselbaar. Toch berust het voorstel Gerard Reve voor te dragen voor de Prijs der Nederlandse Letteren op de onverwisselbaarheid van zijn nu al ruim een halve eeuw durende schrijverschap, dat onmiddellijk – en onmiddellijk op het allerhoogste niveau – zichtbaar werd in zijn debuut De Avonden, dat in 1947 verscheen. Het vertoonde een bijna volmaakte beheersing van taal, stijl en compositie, wat het gemaakt heeft tot een van de grote klassieke werken uit de naoorlogse Nederlandse literatuur. Door alles wat Reve later heeft geschreven, heeft het boek een gedaanteverandering ondergaan: magische en religieuze thema’s zijn er achteraf al in aanwijsbaar. Het realisme, dat de roman aanvankelijk werd toegedacht, is het boek al lang voorbij. De Avonden – en dat is het wonderlijke – draagt al de sporen van de naoorlogse tijd waarin het geschreven is (zonder dat ook maar met een woord aan de oorlog wordt gerefereerd) en is tegelijkertijd bij elke lezing en voor elke lezer tot nu toe een tijdloos boek gebleken.

In het er direct op volgende werk – met name de novelle Werther Nieland (waarin angst om een onbegrijpelijke en ongrijpbare werkelijkheid, magie en religieuze elementen nog sterker zichtbaar worden dan in het debuut) komt een andere karaktertrek naar voren: de kracht van het verzwijgen, die wellicht het allersterkst is in de novelle De Ondergang Van De Familie Boslowits. Dit verhaal over de ondergang van een joodse familie bestaat alleen uit concrete gebeurtenissen; in deze kroniek wordt de context van de jodenvervolging verzwegen, wat de gruwelijkheid van het gebeuren nog versterkt. Als Elsschot nog een keer mag worden geciteerd: ‘Zwijgen kan niet verbeterd worden.’ Door de terughoudende, precieze dosering van feiten zonder interpretatie en de stilistische soberheid toont Reve zich al heel vroeg de meester van het weglaten. In 1956 verscheen bij Van Oorschot het Verzameld Werk. Het leek een afsluiting van een groot schrijverschap. Het zwijgen leek definitief.

‘De brievenboeken benvloeden tot op de dag van vandaag vele jongere schrijvers in Nederland en Vlaanderen.’

In 1962 publiceerde Reve in het tijdschrift Tirade, waarvan hij redacteur was, een brief aan de redactie, een genre dat in het blad meer werd beoefend, maar dat door Reve tot een geheel eigen, onnavolgbaar genre is gemaakt. In de directheid van taal, voor het genre van de brief haast noodzakelijk, kon Reve niet alleen aan de doem van het zwijgen ontkomen, maar zijn schrijverschap ook in een heel nieuwe richting ontwikkelen: van het zeer dichte, ingeklemde proza van het vroegere werk naar een veel vrijere taal en compositie, waarin naar de zin van zinloze feiten voortdurend geraden kan worden. De twee boeken waarin de brieven werden opgenomen, Op Weg Naar Het Einde en Nader Tot U, werden direct erkend als mijlpalen in een oeuvre en in de Nederlandse literatuur. Ze hebben Reve voor het leespubliek tot een van de echt grote naoorlogse schrijvers gemaakt (hij geldt in Nederland zelfs als een van de zogenaamde grote drie) en hebben het fundament gelegd voor zijn later optreden als publieke persoonlijkheid. Bovendien benvloeden de brievenboeken tot op de dag van vandaag vele jongere schrijvers in Nederland en Vlaanderen. Twee grotere thema’s, die het vroegere werk te vermoeden gaven, werden nu duidelijk, om niet te zeggen onomwonden neergeschreven: de homoseksualiteit en de religie. Het is ontegenzeggelijk dat Reves schrijven over zijn homoseksualiteit, in de brieven en in de erop volgende romans, voor het vrije spreken en schrijven over de homoseksualiteit in Nederland heel veel heeft betekend. Maar wat het meest fascineert is de relatie die tussen de homoseksualiteit en de religieuze wereld bestaat. De twee zijn in het werk van Reve niet los van elkaar te denken, zijn jongensliefde (en zelfs ezelliefde) en Godsliefde spiegelen elkaar, en dat meestal – een geheel nieuw element in Reves werk – op een sterk symbolische wijze. Zijn religiositeit, die hem ertoe bracht tot de katholieke kerk toe te treden, stelde hem voor het grote zwijgen van het onuitsprekelijke: symboliek en ironie – de laatste de macht van de onmacht – gaven hem de mogelijkheid het mysterie te verwoorden. Een indrukwekkende theoretische rechtvaardiging van zijn geloof gaf hij in het boek Vier Pleidooien, waarin hij zich, niet alleen scherpzinnig, maar ook theologisch gefundeerd, verdedigde tegen de beschuldiging van Godslastering.

In het tweede brievenboek, Nader Tot U, nam Gerard Reve enkele gedichten op, die, van karakter, binnen de toen vigerende poëzie, ongewoon, zelfs onthutsend waren: door hun zeer grote eenvoud, directheid, bijbels-gekleurd taalgebruik – Reve kan een nakomeling zijn van de Prediker -, de elegische toon en de ook voor zijn proza kenmerkende vermenging van het banale en het verhevene. De ongewone kwaliteit van Reves poëzie is voor de jury mede een motivering hem voor de Prijs der Nederlandse Letteren voor te dragen. Laat de dichter met zijn taal even in dit rapport aanwezig zijn:HERKENNING

Nu weet ik, wie gij zij t,
de Jongen die ik eenzaam zag te Woudsend en daarna,
nog op dezelfde dag, in een caf te Heeg.
Ik hoor mijn Moeders stem,
O Dood, die waarheid zijt: nader tot U.

De elegische toon gemengd met een onnavolgbare ironie en een humor, die zich in heel het oeuvre laat kennen.

De elegische toon van Nader Tot U gemengd met een onnavolgbare ironie en een humor ook, die zich in heel het oeuvre van vroeg tot laat laat kennen. Reve lezen is ook lachen, soms tot tranen toe. Klacht en ironie zijn onvergetelijk geworden en gebleven in ‘Brief Uit het Huis Genaamd Het Gras’ en in de teksten waarin Reve veertien etsen van Frans Lodewijk Pannekoek voor arbeiders verklaarde.

In zijn werk van de laatste dertig jaar wisselt Reve brievenboeken en romans met elkaar af. Hoe dicht de twee genres naar de stijl bijeenliggen, kan De Taal Der Liefde bewijzen: daarin zijn binnen de roman moeiteloos vele brieven aan een kunstbroeder opgenomen. De Taal Der Liefde, Moeder En Zoon – het schitterende verhaal van zijn bekering tot een onverwoestbaar katholicisme, waarin Maria, de moeder, de ontbrekende vierde persoon van de drieenheid wordt – Bezorgde Ouders behoren tot de hoogtepunten uit zijn derde schrijfperiode. De laatste roman lijkt niet alleen naar de inhoud, maar ook naar de uitzonderlijke kwaliteit, De Avonden te evenaren.
Het gehele oeuvre is doortrokken van de grote thema’s van liefde, seksualiteit, dood, God, die juist in hun verbeelding in vaak banaliteiten zich in hun grootheid manifesteren. Men kan het werk van Reve, theologisch gezien, dat van de incarnatie noemen. Het oeuvre wordt voorts beheerst door een onnavolgbare stijl, waarvan elke zin als van Reve afkomstig, terstond herkenbaar is: in elk deel ervan is het geheel aanwezig. Het slot van Veertien etsen van Frans Lodewijk Pannekoek kan het bewijzen: ‘Er waren dingen, die je nooit aan iemand kon zeggen of vragen, hoe veel je ook van hem hield. Ik wilde wel dat we, eerst met onzekere maar allengs met krachtiger stem, een lied zouden aanheffen, dat allen zou gedenken die eens geleefd hadden, en dat alles moest vieren, dat eens adem had gehad; wier namen te talrijk waren dan dat alle verf, linnen, inkt en papier ze ooit zouden kunnen bevatten, maar die geschreven stonden in het Boek dat misschien eens door het Lam, en door het Lam alleen, zou mogen worden geopend.’

Het is weinig Nederlandse auteurs gegeven zinsneden uit hun werk in het dagelijks taalgebruik opgenomen te zien.

Het is weinig Nederlandse auteurs gegeven zinsneden uit hun werk in het dagelijks taalgebruik opgenomen te zien. ‘Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven’ is er eenvan. ‘Het is maar kunst, moet u maar denken’, ‘Er komt weer geen normaal mens in voor’, ‘Penetratie van eenzinloos feit’, en ‘Geheime opening’ zijn andere. Reve is deel van de Nederlandse taal geworden.

Het ruim vijftig jaar durende schrijverschap van Gerard Reve heeft een even omvangrijk als schitterend werk opgeleverd, dat hem tot een der meestgelezen schrijvers van de naoorlogse literatuur heeft gemaakt, tot een van de meest becommentarieerde ook, misschien niet minder: geruchtmakendste. Maar waar geen gerucht is, is geen vuur. De jury meent, met het bovenstaande voldoende argumenten te hebben aangevoerd om Gerard Reve voor de Prijs der Nederlandse Letteren voor te dragen. Wat zij bij dezen met meerderheid van stemmen doet.

Gerard Reve

Terug naar laureaat

Gerard Reve